Sacramenten
In de Katholieke Kerk kennen we sacramenten. Sacramenten zijn zichtbare tekenen waarbij God langs taal en teken werkt. In onze Kerk kennen we er 7. De doop, Eucharistie, Vormsel, boete en verzoening, huwelijk, wijding en ziekenzalving. Sommige sacramenten kunnen we maar een maal ontvangen, andere mogen we bijna dagelijks.
De sacramenten hebben iets zichtbaars en hoorbaars. We gebruiken water, brood en wijn, olie etc.; we spreken woorden uit de Bijbel. Langs deze handelingen en woorden geeft God zijn genade en doet hij iets met ons.
Doop
Klik hier voor de parochiële folder dopen.
Kijk bij de activiteiten voor de actuele doop data, locaties en voor de doop voorbereiding.
Eucharistie /Eerste Heilige Communie
In het sacrament van de Eucharistie vieren we het lijden, sterven en verijzen van Jezus in de vorm van een maaltijd zoals hij het zijn vrienden opdroeg op de dag voor zijn sterven. Over het brood zei Jezus: dit is mijn lichaam. En over de wijn: dit is mijn bloed. Vervolgens zij hij blijf dit doen om mij te gedenken.
De eerste christenen kwamen ook samen om het brood te breken en te delen. Dit doen we tot op de dag van vandaag nog steeds iedere keer als we de eucharistie vieren.
Het woordje Eucharistie betekend dank zeggen. We danken God voor de dingen die Hij ons heeft gegeven. En we bieden hem de gave van brood en wijn aan dat hij ze maakt tot zijn Lichaam en Bloed.
Aanmelden Eerste Communie -> Gezinszondag: gezinszondag@parochieheiligkruis.nl
Vormsel
In het Vormsel ontvangen we van de bisschop of een priester die daar toestemming voor heeft van de bisschop. Hierin ontvangen we de heilige Geest en vinden we de bevestigging voor het geen wat in het doopsel is begonnen. De doop, eucharistie en vormsel samen worden ook wel de initiatie sacramenten genoemd. Door deze drie worden we namelijk binnen geleid in de Kerk.
Aanmelden -> Gezinszondag : gezinszondag@parochieheiligkruis.nl
Boete en Verzoening/ de Biecht
De biecht wordt ook wel het sacrament van de vergeving genoemd. In het leven komen mensen steeds weer voor keuzes te staan. Ook raken we wel eens verzeild in moeilijke situaties. We maken dan niet altijd de juiste keuzes. Soms gaat het om hele kleine dingen, maar soms gaat het ook behoorlijk mis, en komen we met andere mensen in de knoop te zitten en daarbij ook met onszelf en met God. In het sacrament van boete en verzoening draait het om het herstellen van een door zonde beschadigde relatie met God en kerkgemeenschap. De priester kan in dit sacrament in Christus’ naam zonden vergeven.
Na de begroeting in een biechtgesprek belijdt de boeteling zijn zonden. Het is belangrijk dat de boeteling het hele verhaal vertelt, daadwerkelijk berouw heeft over zijn of haar zonden en de intentie heeft zijn leven te veranderen. Daarna legt de priester een passende penitentie op, meestal in de vorm van gebeden of goede werken. Vervolgens verleent de priester de boeteling vrijspraak en vrede. Hij gebruikt hierbij de woorden: ‘Ik ontsla u van uw zonden in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.’ Aan het eind van het biechtgesprek ontvangt de boeteling de zegen van de priester.
De priester is overigens gehouden aan een streng biechtgeheim. Schending van het biechtgeheim is strafbaar. Als iemand een zware misdaad opbiecht kan de priester proberen deze persoon over te halen om dit openbaar te maken en een passende juridische straf te aanvaarden. De beslissing hierover ligt echter bij de biechtende persoon.
Huwelijk
Binnen de Katholieke Kerk is het huwelijk een van de zeven sacramenten. Een huwelijk volgens de katholieke leer wordt daarom een sacramenteel huwelijk genoemd. De bedienaren van dit sacrament zijn de bruid en de bruidegom. De katholieke Kerk verbiedt huwelijken tussen twee mensen van hetzelfde geslacht. Katholieke geestelijken mogen echtverbintenissen tussen mensen van hetzelfde geslacht ook niet zegenen. Het kerkelijk recht schrijft voor dat namens de kerk de priester van de lokale parochiekerk als getuige bij het huwelijk tussen bruid en bruidegom optreedt. Dit kan ook verricht worden door een andere priester of diaken, mits deze hiervoor zijn gemachtigd door de priester van de eigen parochiekerk (dit wordt “delegatie” genoemd). In de meeste gevallen vindt de kerkelijke huwelijksviering plaats binnen een eucharistieviering, maar dit is niet verplicht: het huwelijk met een eucharistie is enkel op zijn plaats als het bruidspaar ook in het gewone leven de eucharistie waardeert als de bron van hun christelijk leven.
In de Katholieke huwelijksmis wordt in de lezingen nogmaals gesproken over het grote sacrament dat het huwelijk is, over de genade die God geeft voor de liefdevolle instandhouding ervan, over de noodzaak van het krijgen van kinderen voor het menselijk geslacht en over het onverbrekelijk karakter van het Christelijk huwelijk. Bruid en bruidegom zitten dichter bij het altaar dan de rest van de gelovigen, veelal namelijk achter de communiebank of afscheiding. De huwelijkssluiting vindt plaats vóór de misviering zelf. De priester is hierbij rijkelijk gekleed in de paramenten voor de mis of in koorkap. Hij zegent de ringen met wijwater en staat als kerkelijk getuige bij de plechtigheid. Man en vrouw nemen elkander aan als echtgenoten, schuiven de ring over de ringvinger van de linkerhand, en worden nogmaals gezegend. Na het Pater Noster worden bruid en bruidegom nogmaals plechtig gezegend, waarna zij – indien zij in goede staat verkeren – de heilige communie ontvangen op hun eigen knielbanken. Na afloop van de mis volgt op veel plaatsen een toewijding aan de Moeder Gods, waarna de sluitingshymne gezongen wordt en geestelijkheid én echtpaar plechtig de kerk verlaten.
Ziekenzalving
Ziekenzalving is een van de zeven katholieke sacramenten. Het sacrament is bedoeld voor hen die in gevaar van sterven verkeren. De priester brengt de Heilige olie aan op het voorhoofd en op de handen met de woorden: Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door Zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van Zijn Heilige Geest. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven.
In 1972 heeft het Sacram Unctione Infirmorum deze vorm van de ritus bekrachtigd. De ziekenzalving vormt samen met de (laatste) biecht en de (laatste) communie de laatste sacramenten, ook wel sacramenten der stervenden of sacramenten der zieken genoemd. Informeel wordt wel gesproken van bediening met de laatste sacramenten. Volgens de Katholieke Kerk is het sacrament echter niet alleen bedoeld voor degenen die op het punt staan te sterven, maar voor iedereen die in stervensgevaar verkeert, door ouderdom of ernstige ziekte.
Wijding
In de onderverdeling van de sacramenten zijn er twee die op bijzonder wijzen de gemeenschap opbouwen. Dit zijn het huwelijk en de wijding. Het huwelijk doet dit door de gemeenschap letterlijk te doen groeien. Maar er blijven ook mensen nodig die in volledige zelfgave aan God zich inzetten voor de gemeenschap en de sacramenten uitdelen. Dit zijn de bisschoppen, priesters en diakens.
Heb je interesse om priester of diaken te worden of wil je er wat meer over weten: Ariëns Instituut
In het christendom wordt wijding gebruikt om het gewijde te bestemmen voor de eredienst of om de genade van God over de betrokken personen of zaken af te smeken. Zo kan men bijvoorbeeld in het christendom gewijd worden tot diaken, priester of bisschop. De wijding tot het priesterschap is een van de zeven katholieke sacramenten.
Personen
Een wijding is onuitwisbaar. Het is een kerkelijke bezegeling van een roeping. Een wijding is tegelijkertijd gave en opgave. Door de wijding zijn de wijdelingen gelijkvormig geworden met het beeld van Christus, de hoogste en eeuwige priester. De priesterwijding is een sacrament.
Graden
De wijding kent zeven graden of orden. Deze worden in 252 voor het eerst genoemd in een brief van paus Cornelius. Vier daarvan zijn lagere wijdingen, de laatste drie zijn de hogere wijdingen.
De vier lagere wijdingen (ook wel: kleine wijdingen of mindere orden) zijn
- Ostiarius (deurbewaarder/koster)
- Lector (lezer)
- Exorcist (bezweerder)
- Acoliet (misdienaar)
De drie hogere wijdingen (soms: grote wijdingen) zijn
- Subdiaken
- Diaken
- Priester
De wijding tot bisschop wordt gezien als de volheid van het priesterschap, en dus ingedeeld onder de noemer priester. Soms wordt de bisschopswijding apart genoemd, en dan zijn er acht wijdingsgraden. In de middeleeuwen gold bovendien de tonsuur (kruinschering) als een lagere wijding, waardoor het totale aantal op negen wijdingsgraden kon komen.
In het overgrote deel van de Katholieke Kerk zijn de vijf laagste wijdingsgraden (tot en met subdiaconaat) sinds het motu proprio Ministeria quaedam van Paus Paulus VI op 1 januari 1973 achterwege gelaten. De wijdingen van lector en acoliet werden vervangen door de ‘aanstelling’. In plaats van het subdiaconaat, waarmee de wijdeling de verplichting tot het celibaat en tot het brevier aanging, kwam een extra gelofte van zuiverheid bij het ontvangen van de wijding tot diaken.
De Priesterbroederschap van Sint Petrus en een reeks andere instituten die in communio met Rome zijn verbonden, passen deze wijdingen nog toe. Ook de Priesterbroederschap St. Pius X, dat veelal schismatisch geacht wordt ten opzichte van het Vaticaan, heeft de eeuwenoude traditie aangehouden en dient de wijdingen nu nog op dezelfde manier toe als de Kerk vanouds.